In 2011 sloot het hoofdkantoor voor Post, Telefoon als Telegrafie, als laatste hoofdpostkantoor van Nederland, zijn poorten voor publiek. Omdat huurder KPN nog jaren nodig had om alle techniek uit het gebouw te verwijderen, kon pas in 2016 met de herbestemming van start worden gegaan. In de tussenliggende jaren is hard aan de verbouwingsplannen gewerkt. Eerst voor een hotel en winkels, nu voor de hoofdvestiging van de Openbare Bibliotheek met winkels en een versmarkt. De plannen werden continue getoetst aan de waardestelling van Het Oversticht.
In opdracht van ASR Vastgoedintwikkeling N.V. onderzocht Het Oversticht het oeuvre van de architect, de architectuurhistorie van het gebouw en de stedenbouwkundige ontwikkeling van de directe omgeving. Dit gaf beter inzicht in het ontwerp, de latere verbouwingen en de toekomstmogelijkheden. In 1916 maakte architect J. Crouwel het architectonische ontwerp voor een gebouw met monumentale afmetingen, waarvoor veel historische bebouwing in de fijnmazige binnenstad van Utrecht moest plaatsmaken. In 1924 werd het nieuwe hoofdkantoor in gebruik genomen. Vlak na de oplevering werd het hoofdpostkantoor door zijn expressieve Amsterdamse Schoolstijl gezien als een van de weinige eigentijdse gebouwen in Utrecht.
Het postkantoor aan de Neude is vooral beroemd vanwege de imposante publiekshal met prachtige decoraties van zwarte basalt. De solide buitenkant van het postkantoor geeft nauwelijks iets prijs van het interieur, waardoor de 30 meter hoge paraboolvormige publiekshal voor veel nieuwe bezoekers als een volslagen verrassing. De hal is overspannen door een serie betonbogen bekleed met geel geglazuurde bakstenen en wordt verlicht door banen van geslepen glas. Naast de publiekshal, met een omgang op de verdieping, zijn de belangrijkste monumentale waarden van het gebouw gelegen in het casco, de entree en de monumentale trappenhuizen aan de voor- en achterzijde.
Bron: Het Utrechts Archief
Op andere plekken leent het gebouw zich beter voor moderne ingrepen. Het postkantoor is oorspronkelijk ontworpen met een zijgevel aan de Potterstraat, die door bestaande bebouwing aan het zicht onttrokken werd. Vrij snel na de opening kwam deze lange zijgevel door sloop van de naast staande bebouwing in het zicht. De gevel werd aangepast met een extra ingang en lichthoven voor de ramen in het souterrain. Deze ingang is echter weer gesloopt en de lichthoven zijn dichtgezet om ruimte te maken voor het almaar groeiende verkeer. De huidige ononderbroken zijgevel is gebaat bij een nieuwe entree, waardoor het gebouw een levendiger uitstraling krijgt. Daar draagt ook het opnieuw openen van de lichthoven aan bij, die zicht zullen bieden op de versmarkt in de kelder.
Crouwel nam voor het hoofdpostkantoor in Utrecht de plattegrond over van het postkantoor aan de Coolsingel in Rotterdam, met één belangrijk verschil; in Rotterdam lag het expeditie centrum aan een achteraf straat, in Utrecht lag de achterkant met af en aanrijdende postauto’s aan de belangrijkste handelsader van de stad. Op geen enkele andere plek langs de Oudegracht staat de bebouwing met zijn achterzijde naar het water gekeerd. Deze stedenbouwkundige ‘vergissing’ biedt aanleiding voor een ingreep aan de achterzijde om het grootschalige gebouw beter op de fijnmazige binnenstedelijke structuur te laten aansluiten en vooral de vrijwel gesloten achterzijde aan de Oudegracht te laten bijdragen aan de levendigheid van deze hoofdstructuur. De voormalig achterkant wordt in de nieuwe plannen getransformeerd tot een tweede voorkant met een nieuw volume tussen de traptorens, dat aansluit op de achtergevel. Het lagere, vrijstaande garagegebouw moet hiervoor worden gesloopt. De achtergevel en het garagegebouw hebben in de loop der tijd de nodige aanpassingen ondergaan, waardoor het verder vrijwel gave casco van het postkantoor hier enigszins aan monumentale waarden heeft ingeboet.
Bron: Het Utrechts Archief
Uit het onderzoek van Het Oversticht blijkt dat postkantoor verder in principe redelijk gaaf is, maar dat er in de loop van de tijd toch enkele aanpassingen aan het gebouw en zijn de omgeving zijn gedaan die ook elders transformatieruimte bieden. Het postkantoor is oorspronkelijk ontworpen met een zijgevel aan de Potterstraat, die door bestaande bebouwing aan het zicht onttrokken werd. Vrij snel na de opening kwam deze lange zijgevel door sloop van de naast staande bebouwing in het zicht. De gevel werd aangepast met een extra ingang en lichthoven voor de ramen in het souterrain. Deze ingang is echter weer gesloopt en de lichthoven zijn dichtgezet om ruimte te maken voor het almaar groeiende verkeer. De huidige ononderbroken zijgevel is gebaat bij een nieuwe entree, waardoor het gebouw een levendiger uitstraling krijgt. Daar draagt ook het opnieuw openen van de lichthoven aan bij, die zicht zullen bieden op de versmarkt in de kelder.
Hier en daar zijn ingrepen nodig, die zich niet een op een verhouden met de waardestelling en de aangegeven transformatieruimte. Sommige ingrepen zijn echter wel nodig om het gebouw naar behoren te laten functioneren. Steeds is erop toegezien dat deze ingrepen de monumentale waarden en kwaliteiten van het pand niet ontoelaatbaar of onherkenbaar aantasten.